CEO van Microsoft AI beschouwt openbare webinhoud als ‘freeware’

De CEO van Microsoft AI vindt dat de openbare informatie die beschikbaar is op het web, net als “freeware” is. Veel van deze data is gebruikt om AI-modellen te trainen. Echter, niet iedereen is het eens met deze stelling. Content creators voelen zich nog steeds beïnvloed door het potentiële gebruik van hun werk voor dit doel, zonder dat ze daarvoor een vergoeding ontvangen.

Mustafa Suleyman, CEO van Microsoft AI, beantwoordde meerdere vragen over de huidige rol van AI en de ontwikkeling ervan. Een van de kwesties die mensen het meest zorgen baart, heeft te maken met auteursrecht. Momenteel is er nog steeds geen vaste “AI-wetgeving” die rekening houdt met alle items, deelnemers en eerlijke compensatie. Er zijn veel “grijze lijnen” die vragen kunnen oproepen, zelfs over het ethische gebruik van AI.

CEO van Microsoft AI zegt dat openbaar beschikbare content op internet ‘freeware’ is

Met dit in gedachten vroeg Andrew Ross Sorkin van CNBC Suleyman naar het onderwerp. Sorkin raakte de kwestie van het intellectuele eigendom van de data die wordt gebruikt om AI-modellen te trainen aan. Dit omvat alle content die openbaar beschikbaar is op internet. Meer specifiek vroeg hij wie de IP over die content bezit, wie compensatie zou moeten ontvangen voor het gebruik van de IP en of AI-bedrijven die content hebben “gestolen”.

Hierop antwoordde de CEO van Microsoft AI: “Het sociale contract van die content is sinds de jaren 90… het is fair use. Iedereen mag het kopiëren, ermee recreëren, ermee reproduceren. Dat is freeware, als je wilt.” Deze reactie zorgt voor controverse onder mensen, vooral onder content creators. Zij vinden het gevaarlijk om alle openbaar beschikbare content op internet te vergelijken met “freeware”. Ze vrezen dat AI-bedrijven zich vanuit die visie vrij zullen voelen om de content te nemen wanneer ze maar willen.

‘Grijze gebieden’ moeten voor de rechter worden behandeld, beweert Suleyman

Suleyman maakt een punt door te proberen de soorten content die openbaar beschikbaar zijn op het internet te scheiden. Hij vermeldt dat er een andere categorie is waarin makers expliciet zeggen dat hun content niet zonder toestemming mag worden genomen of gebruikt. Suleyman beschouwt deze gevallen als een “grijs gebied” dat voor de rechter moet worden behandeld. Hij vermeldt dat er andere mensen zijn die dat soort content ook zonder toestemming hebben gebruikt. Makers weten misschien niet eens iets over het gebruik van de content, omdat het niet zo eenvoudig is om vast te stellen.

Omdat er momenteel geen vaste AI-wetgeving is, worden zaken van deze aard apart en met verschillende resultaten behandeld. De juridische grenzen tussen fair use en “diefstal” van openbaar beschikbare content zijn echter nog steeds onduidelijk als het gaat om het trainen van AI-diensten.

Thijs Van der Does