Adobe onthult een generatieve AI-tool voor tekst-naar-muziek

Het lijkt erop dat een bedrijf elke dag een nieuwe generatieve AI-tool onthult om makers te ‘helpen’ in het creatieve proces. Adobe, het imperium voor mediacreatie, heeft zojuist een tekst-naar-muziekgenerator onthuld. Dit is een tool die muziek genereert en helpt bij het bewerken van de muziek voor projecten.

Talloze grote bedrijven komen met hun eigen AI-tools terwijl we vooruitgang boeken in onze AI-gedreven wereld. Op dit moment kunnen we er vrijwel zeker van zijn dat de meeste bedrijven waarvan we de producten in ons dagelijks leven gebruiken, op de AI-trein zijn gesprongen. Het feit dat Adobe zich met AI heeft beziggehouden is een beetje ironisch, omdat het weer een voorbeeld is van een bedrijf dat jarenlang menselijke makers heeft ondersteund en op de AI-trein is gesprongen. Het is vergelijkbaar met deviantArt die zijn generatieve AI-product maakt.

Adobe onthult zijn tekst-naar-muziekgenerator

Dit was onvermijdelijk, aangezien vrijwel elke creatieve industrie zijn generatieve AI-tools heeft gezien. Schrijvers hebben te maken met ChatGPT, artiesten hebben te maken met DALL-E en binnenkort zullen filmmakers te maken krijgen met Sora. Nu is het de beurt aan de muzikanten.

Adobe heeft zojuist een nieuw product aangekondigd genaamd Project Music GenAI Control. Op dit moment weten we allemaal hoe het gaat. Dit is een hulpmiddel waarmee u naar een tekstveld gaat, tekst invoert en het model muziek genereert. Adobe gaf een paar voorbeelden waarbij iemand een tekstprompt zoals ‘krachtige rock’, ‘droevige jazz’ of ‘vrolijke dans’ kon invoegen, en de tool op basis daarvan muziek zou genereren.

Op dat moment stelt Adobe dat de tekst-naar-muziekgenerator je tools geeft om die muziek te helpen bewerken. Gebruikers krijgen dan een interface te zien waarmee ze de muziek naar eigen smaak kunnen remixen en opnieuw vorm kunnen geven.

Op dit moment is Adobe deze tool nog aan het ontwikkelen. Adobe werkte samen met collega’s van de Universiteit van Californië, San Diego, en collega’s van de School for Computer Science, Carnegie Mellon University om het te ontwikkelen.

Thijs Van der Does