De ‘right-to-repair’-beweging is steeds belangrijker geworden in de technologie-industrie. Regelgevers en sommige bedrijven hebben aangedrongen op maatregelen om zowel de levensduur als de repareerbaarheid van apparaten te bevorderen. Van de grote namen lijkt Google degene die het het beste doet. Uit een recent onderzoek blijkt dat Google toonaangevend is op het gebied van recht-op-reparatie-wetgeving en implementatie in zijn eigen producten.
De Pixel-telefoons van Google hebben nogal wat voordelen, en ze krijgen steeds meer in de vorm van nieuwe functies, krachtigere hardware, betere camera’s en langdurige software-ondersteuning. De Mountain View-gigant heeft echter nog een lange weg te gaan om zijn Pixels tot de best verkochte telefoons op de markt te positioneren. Toch heeft het bedrijf de afgelopen jaren grote inspanningen geleverd, die hun vruchten hebben afgeworpen.
Google ondersteunt ‘right-to-repair’ met eigen initiatieven en druk op wetgeving
Het lijkt erop dat Google een vrijwel onontgonnen niche heeft ontdekt die mogelijk de omzet zou kunnen verhogen en het milieu zou kunnen helpen. De nieuwste Pixel-apparaten behoren tot de meest repareerbare op de markt. Maar dat niet alleen: ze bereikten hun doel om plasticvrije verpakkingen te gebruiken zelfs eerder dan gepland.
Wat de repareerbaarheid betreft, is het bedrijf niet tevreden met het simpelweg implementeren van meer technicusvriendelijke interne structuren en het gemakkelijk beschikbaar maken van onderdelen op iFixit. Een GlobalData-rapport wijst erop dat Google zelfs actief heeft aangedrongen op wetgeving ten gunste van de beweging van het recht op reparatie. Hun werk resulteerde in wetgeving tegen maatregelen zoals het koppelen van onderdelen en reparatiebeperkingen in Oregon en Colorado.
De bewegingen van Google als geheel bevorderen een technologie-industrie waarin elektronische apparaten duurzamer zijn. Dit kan een belangrijke factor zijn voor gebruikers die hun apparaten liever jarenlang behouden in plaats van ze zo vaak te vervangen. Dit is op zijn beurt gunstig voor het merk, vooral in het tijdperk van kunstmatige intelligentie.
Ook het bedrijf profiteert van de beweging
Als een telefoon kapot gaat en er geen gemakkelijke onderdelen of manieren zijn om deze te repareren, kan de gebruiker overwegen een nieuwe te kopen, maar dan van een ander merk. Aan de andere kant, als een gebruiker tevreden is met zijn telefoon en deze kapot gaat maar gemakkelijk kan worden gerepareerd, zal hij deze waarschijnlijk houden. Dit betekent dat de persoon het product veel langer zal gebruiken.
In het geval van Pixel-telefoons zijn de AI-aangedreven functies van Google behoorlijk populair. Zoals u wellicht weet, leren veel AI-platforms van gebruikersgegevens. Gemini, de AI-aangedreven assistent, wordt bijvoorbeeld steeds beter naarmate meer mensen hem elke dag gebruiken. De ‘right-to-repair’-ondersteuning van Google zorgt er dus niet alleen voor dat klanten loyaal blijven, maar stimuleert ook de training van de eigen AI-aangedreven platforms.
Het beleid van Google onderscheidde Google ook van andere bedrijven die bekritiseerd werden vanwege vermeende “geplande veroudering” van hun producten. Een eenvoudig te repareren apparaat geeft de indruk dat het is gebouwd om lang mee te gaan. Anders lijken de telefoons (of welk apparaat dan ook) zo ontworpen dat je een nieuwe moet kopen als deze kapot gaat. Mensen hebben hier steeds meer kritiek op, en Google is zich daarvan bewust.
Andere bedrijven zijn gedwongen om ‘right-to-repair’-maatregelen te nemen
Apple heeft met name ook stappen ondernomen om het gemakkelijker te maken zijn apparaten te repareren. De druk van de Europese Commissie dwong de Cupertino-gigant echter daartoe. Apple probeerde zich bijvoorbeeld te verzetten tegen de adoptie van de USB-C-standaard voor zijn iPhones. Ze moesten echter toegeven aan de wetgeving als ze wilden blijven opereren in de EU-lidstaten. Nu hebben ze geprobeerd de wetgeving voor te zijn met hun eigen initiatieven, zoals stroomgevoelige batterijlijm.