Hoofdontwerper van Pixel 9 verdedigt de camerabalk

Claude Zellweger, die de lead designer was voor de nieuwe Pixel 9-serie van Google, werd onlangs geïnterviewd na het grote evenement van Google. Hij sprak toen veel over het ontwerp van de Pixel 9, met name de camerabalk.

The Verge vroeg Zellweger wat hij vond van de stevigere camerabump dit jaar, en hij zei dat het “absoluut opzettelijk” was. Hij noemde het ook een “moderne en onbeschaamde aanpak”. Hij zegt dat het ontwerp van de camerabalk gewoon “de meest efficiënte manier is om deze cameramodules te verpakken”. Het is ook ontworpen om de minimalistische schoonheid van de Pixel te benadrukken.

Verrassend genoeg denkt Zellweger niet dat deze grote camerabalk voor altijd de designtaal van Google zal domineren. Hij zegt dat dit afhangt van hoeveel toekomstige telefoonkopers grote camerahardware nodig zullen hebben. Momenteel worden camera’s op telefoons steeds groter, niet alleen meer megapixels, maar ook grotere megapixels en meer camera’s. Zellweger suggereert echter dat ontwerpers op een dag dunnere hardware zouden kunnen gebruiken, omdat de computationele fotografie en AI-postproductietechnieken die Google gebruikt de gaten van die grotere camerasensoren zouden kunnen opvullen.

Zellweger is ook een fan van kleine telefoons

Verrassend genoeg is Google’s ontwerper van de Pixel 9-serie een groot fan van kleine telefoons. Hij rockt eigenlijk de Pixel 9 Pro, in plaats van de Pro XL, wat een 6,3-inch telefoon is. Dus niet bepaald klein zoals de iPhone 12 Mini en 13 Mini, maar wel even groot als de gewone Pixel 9.

Zellweger erkent dat het lastig is om telefoons kleiner te maken, zoals de iPhone 13 Mini, vanwege de moderne verwachtingen. Hij stelt dat “het bouwen van kleine telefoons gewoon fundamenteel een grotere uitdaging is”. Dit omvat zaken als batterijduur, camera’s, thermiek en gebruikerservaring, zaken die fabrikanten vaak naar grotere toestellen duwen.

Zellweger zegt dat dit misschien niet altijd zo zal zijn. Hij stelt: “Ik kan me een toekomst voorstellen waarin sommige mensen andere prioriteiten hebben over waarvoor ze hun apparaten gebruiken, en daar kunnen compromissen worden gesloten.”

Thijs Van der Does