De EU-rechtbank ontkent Amazon uitstel van DSA-verplichtingen

Het Hooggerechtshof van de Europese Unie (EU) heeft Amazon Inc. veroordeeld en moet nu voldoen aan de verplichtingen van de Digital Services Act (DSA). De e-commercegigant krijgt geen uitstel met betrekking tot de openbaarmakingsvereisten van de wet.

Amazon had hard gevochten om zichzelf volledig te beschermen of misschien het voldoen aan de vereisten van de EU DSA uit te stellen. Het Hooggerechtshof van de EU heeft echter in wezen een vonnis vernietigd dat een lagere rechtbank in het voordeel van Amazon had uitgesproken.

Amazon Inc. verliest beroep en moet aan DSA-verplichtingen voldoen

De Europese en Amerikaanse bedrijven, waaronder Amazon, hebben gestreden tegen nieuwe wetten die tot doel hebben meer transparantie, verantwoordelijkheid en zelfs duurzaamheid in de bedrijfspraktijken te bewerkstelligen.

De Digital Services Act of DSA van de EU wijst Amazon en verschillende andere bedrijven aan als een Very Large Online Platform (VLOP). Daarom zijn deze megabedrijven onderworpen aan strengere regels. Deze regelgeving is bedoeld om illegale en schadelijke inhoud op deze onlineplatforms, die door miljoenen mensen worden gebruikt, aan te pakken.

Zoals verwacht heeft Amazon de DSA snel uitgedaagd en de vele bepalingen ervan aangevallen. Een van de regelgeving vereiste dat Amazon een repository moest vrijgeven met gedetailleerde informatie over zijn online advertenties.

Simpel gezegd wilde de EU dat bedrijven als Amazon hun advertentie-algoritmen of digitale redeneer- en weergavemechanismen voor advertenties openbaar zouden maken. Amazon protesteerde en vroeg om een ​​voorlopige maatregel, in ieder geval totdat de rechtbank uitspraak deed in de zaak.

Interessant genoeg heeft een lager tribunaal Amazon uitstel verleend. De lagere rechter heeft de betwiste verplichting feitelijk opgeschort. Ontevreden over de uitkomst benaderde de EU het Europese Hooggerechtshof.

Het in Luxemburg gevestigde Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft de opschorting vernietigd. De hoogste rechtbank heeft het verzoek van Amazon om een ​​voorlopige voorziening afgewezen. Met andere woorden: het HvJ-EU heeft elke vrijstelling van het voldoen aan de verplichtingen van de DSA geweigerd.

Het belang van de EU weegt zwaarder dan de materiële belangen van Amazon, oordeelt de hoogste rechtbank

De rechter die de zaak voorzat, verklaarde dat de argumenten van Amazon ongeldig waren. Amazon had naar verluidt beweerd dat de DSA-verplichting “op onrechtmatige wijze zijn fundamentele rechten op respect voor het privéleven en de vrijheid van ondernemerschap beperkt”.

De rechter die de zaak voorzat, beweerde echter: “Opschorting zou leiden tot een vertraging, mogelijk van meerdere jaren, in de volledige verwezenlijking van de doelstellingen van de verordening betreffende een interne markt voor digitale diensten en daardoor mogelijk een online-omgeving mogelijk maken die een bedreiging vormt voor de grondrechten blijven bestaan ​​of zich ontwikkelen.”

“De door de EU-wetgever verdedigde belangen prevaleren in dit geval boven de materiële belangen van Amazon, met als gevolg dat de belangenafweging doorweegt in het voordeel van de afwijzing van het verzoek tot opschorting.” Misschien beseffend dat Amazon met zijn eerdere argument geen schijn van kans maakt, lijkt het erop dat Amazon zijn wapens op de DSA zelf heeft gericht. De e-commercegigant beweert dat het “niet past in de beschrijving van een ‘Very Large Online Platform’ (VLOP) onder de DSA”. Het is niet meteen duidelijk of het Hooggerechtshof van de EU dit argument zal aanvaarden.

Thijs Van der Does